Wist je dat de Zomertijd voor het eerst door de Duitse regering is ingevoerd tijdens de Eerste Wereld oorlog?
Duitsland voerde de Zomertijd in 1916 in, tijdens de Eerste Wereld, vooral om het gebruik van steenkool te verminderen. Steenkool was namelijk hard nodig voor de oorlog. Een groot aantal (Europese) landen voerden kort tijd later de Zomertijd ook in. De Zomertijd is een periode van ongeveer 7 maanden van eind maart tot eind oktober , waarin veel landen de tijd een uur laten verschillen van de standaardtijd. Het is dan bijvoorbeeld 20:00 uur (8:00 pm) in plaats van 19:00 uur (7:00 pm). De standaardtijd wordt ook wel Wintertijd genoemd en is dus de “echte” tijd.
Het invoeren van de zomertijd werd gedaan omdat het energie besparend zou zijn. Men redeneerde dat het ’s zomers om 5:00 uur ’s ochtends de zon op komt en het dus al licht is. De meeste mensen slapen dan nog en er wordt dus geen gebruik gemaakt van het licht. Als men de tijd een uur vooruit zet wordt wel gebruik gemaakt van dit uur licht. Omdat de meeste mensen gewend zijn ‘s avonds te leven en veelal pas gaan slapen als het donker is, valt er ’s avonds winst te behalen met de Zomertijd. De zon gaat ’s dan avonds een uur later onder, waarbij verlichting dus een uur later aan kan. Hierdoor wordt energie bespaard.
Er is ook veel kritiek op de zomertijd, zo moeten heel veel dieren die in het ritme van de mens mee gaan erg wennen aan de Zomertijd. Denk aan dieren die ineens een uur eerder eten krijgen of een uur eerder uitgelaten worden. Daarnaast wordt er getwijfeld aan het argument van energie besparing. Als het ’s avonds een uur langer licht is wordt er ook meer auto gereden, wat weer meer energie verbruikt. Er gaan in verschillende landen ideeën op om de Zomertijd als standaard tijd te gaan voeren, waardoor de Wintertijd dus niet meer gebruikt wordt. In de landen Ijsland, Rusland en Wit Rusland is dit zelfs gedaan.